Het verhaal
Ruby wilt een keer mee naar de vriendengroep van haar vriendje Jim en daar komt hij nu echt niet meer onderuit.
Ze vraagt zich af waarom hij steeds blauwe plekken heeft en bekrast door een kat lijkt.
Wanneer ze mee mag, leert ze zijn vrienden kennen: Sabrina, Dave en Damian.
Ze leert ook hun bezigheid kennen en ze besluit met hen mee te doen.
Voor ze het weet staat ze in een verlaten parkeergarage. De wind suist als een tornado langs het groepje om een portaal te openen tussen verschillende dimensies.
Er komen geen eenhoorns en marsmannetjes uit deze portaal: het zijn winddemonen!
Het groepje moet het op rennen zetten om een noodlot te ontvluchten.
Wanneer Ruby ’s nachts wakker wordt door drie lange, duistere gedaantes naast haar bed begint ze wantrouwen te kweken jegens iemand uit de groep.
Er is iemand niet zo aardig als dat ie zich voordoet.
Iemand met heel andere intenties met deze groep dan vriendschap.
Het groepje ondergaat een training bij iemand die meer verstand heeft van het vechten tegen demonen en leren zo te vechten met hun totem.
De totem die hier op aarde kan komen met de spreuk.
Vanaf het moment dat Ruby deze spreuk heeft leren kennen, zal haar leven nooit meer hetzelfde zijn.
Sneak peek
Een onbehaaglijk gevoel bekruipt Ruby, waardoor ze wakker wordt. De slaapkamer is nog in duisternis omhuld en buiten is het stil.
Hoe laat zou het zijn? Ze tikt de wekker aan en ziet dat het pas twee uur in de nacht is.
Zuchtend draait ze zich weer om, maar niets voelt lekker.
Het lijkt alsof er iemand in haar kamer aanwezig is.
Ben ik wel uit mijn vorm gegaan? bedenkt ze zich opeens geschrokken.
De sfeer in de kamer voelt grimmig, alsof ze weer in de garage staat.
Verbijsterd draait ze zich om en haar hart slaat een slag over.
Er staan drie gedaantes naast haar bed en ze zijn zeker langer dan twee meter.
Ze staan naast elkaar, met de armen in elkaar gevouwen, en ze buigen zich angstwekkend over haar heen.
Ruby weet zich geen houding te geven. Hoe zijn zij haar kamer in gekomen?
De gedaantes zijn net zo duister als haar kamer is, maar toch kan ze hen zien.
Ze zeggen niks, ze doen niks. Ze staan alleen over haar bed heen gebogen.
‘Ga weg, ga weg,’ jammert Ruby wanhopig. Ze wil haar ogen sluiten, met haar handen haar gezicht bedekken en zich onder de dekens verschuilen, maar ze is bevroren van angst. Wanhopig wacht ze af of de gedaantes beginnen te bewegen.
De middelste haalt opeens een hand tevoorschijn en een priemende vinger wijst naar het plafond.
Met een brok in haar keel kijkt Ruby voorzichtig omhoog.
Wanneer haar blik het plafond bereikt heeft, wuift er opeens een keiharde wind door haar kamer.
Ruby’s hart slaat een slag over en geschrokken ontsnapt er een kreet uit haar keel. Ze knijpt haar ogen stijf dicht en de windvlaag ruist voorbij.
Ben je er klaar voor uren op het puntje van je stoel te zitten?
👉Klik dan hier als je het boek wil kopen.👈
Kan je niet wachten om te beginnen met lezen?
Begin dan gewoon alvast.