Scooterrit bij zonsondergang

Gezien m’n scooter tegenwoordig mijn enige, persoonlijke vervoersmiddel is (buiten mijn fiets zonder remmen) besteed ik veel tijd met het reizen op die scooter.
Zo ook ’s avonds.

Bij het reizen ’s avonds rijd ik vaak op fietspaden die slecht verlicht zijn. Ik zie eigenlijk niet echt waar ik rijd, tot ik er rijd. Voor me is een lange weg omhuld in duisternis.
Als ik erover na ga denken heb ik dus eigenlijk geen idee waar ik rijd.

Elke keer dat ik ’s avonds rijd over een weg voor me die er wel is, maar die ik niet zie, besef ik me dat ik blind vertrouw op die weg. Dat ik er blind op vertrouw die weg zonder problemen te kunnen afleggen.
Een beetje zoals een racespelletje op de Playstation 1: Gewoon rijden en het laatste moment zien waar je bent.

Demolition racer


Ik vertrouw erop dat er geen gat in die weg zit, er geen dikke takken liggen of een berg gladde bladeren of zand.
Ik vertrouw erop geen tegenligger te treffen zonder verlichting, geen konijn die opeens oversteekt, geen bocht uit het niets.

Daarbij zit er op deze scooter dus een windscherm. Ideaal tegen de wind, maar in het donker worden alle lichten van tegenliggers zodanig verspreid dat het mij verblindt.
Ook dan vertrouw ik erop dat stukje weg voor me af te kunnen leggen, zonder te zien waar ik rijd.
Door erover na te denken besef ik pas het gevaar en het blinde vertrouwen dat eraan gekoppeld gaat.

Dus wat is het met mensen dat we zoveel dingen vertrouwen?
Dat de wekker gaat die we ’s ochtends af willen laten gaan, dat er water uit de kraan komt wanneer we hem opendraaien, dat onze vrienden ons niet in de steek laten en dat onze dierbaren elke ochtend weer wakker worden?
Dat we erop vertrouwen dat de schappen van de supermarkt gevuld blijven met wat we willen en nodig hebben, dat de kok in een restaurant geen gif in ons eten gooit, dat onze digitale gegevens ergens veilig opgeslagen zijn, dat er geen gevaarlijke vis in een meer zwemt waar we in willen duiken of dat er niet opeens een aardverschuiving plaatsvindt onder ons?

Hebben hoop en vertrouwen te maken met het succesvol herhalen van gebeurtenissen en omstandigheden?
Is hoop afhankelijk van wat je meemaakt, of is het een persoonlijke mindset?
Waar komt hoop vandaan?
Geven we de hoop eerder op als er een overheersend gevoel van angst tegenover staat?
Weten we dan waar die angsten vandaan komen en of ze terecht zijn?
Hebben we die angsten dan nog wel onder controle?
En wat is dan het verschil tussen een realistische benadering en een benadering waarbij hoop vervlogen is?
Ik kan realistisch zijn en zeggen: ‘Deze keer ligt er wat op het fietspad dat ik niet van te voren kan zien, dus ik moet de complete rit op mijn hoede zijn. Elk moment zal ik stevig moeten bijsturen om niet uit te glijden.’
Maar wat als de hoop vervlogen is?
Rijd ik dan, geaccepteerd dat dit lot kan plaatsvinden, en geef ik me er bij voorbaat al aan over?
Kan ik dan nog genieten van de rit? Of rijd ik dan gewoon helemaal niet ’s nachts?

Ik vertrouw blind en wellicht komt dat omdat ik inmiddels zo vaak zwevend door de duisternis ben thuisgekomen. Omdat ik er blind op vertrouw dat ik altijd thuiskom, waar ik ook beland. Omdat ik er blind op vertrouw dat altijd alles goedkomt.
En er zijn situaties in mijn leven waarbij ik die angst in mijn buik voel: ‘wat nou als dit niet goedkomt?’ Maar is dat een reden het pad niet af te leggen? De weg niet te vervolgen?

Is ons hele leven eigenlijk niet gewoon een rit op een door duisternis omhuld pad?
En de plekken waar de lichten reiken, zijn dan voorziend gebied.
Hoe langer we een bepaald pad afleggen, des te meer we er vertrouwd mee raken.
Je weet waar de obstakels zich ongeveer kunnen bevinden, je weet waar de bochten kunnen komen, waar er gevaar kan schuilen.
Je kan er steeds meer op vertrouwen dat je weet wat er voor je ligt, omdat je steeds meer vertrouwd raakt met je eigen manier van handelen en reageren bij beren op de weg.
Andersom bewandel je zo vaak nieuwe, onbekende paden in je leven.
De één lijkt bekend, de ander compleet onbekend.
Zonder het pad te kennen (hoeveel afstand, hoeveel licht, hoeveel duisternis, hoeveel obstakels) moet je dat pad door. Compleet onbekend met een persoonlijke dosis hoop, vertrouwen, realisme en angsten.
Blijf je bij een onbekend pad stug voor je uit kijken, altijd op je hoede?
Of sta je jezelf weleens toe te genieten van het uitzicht. De sterrenhemel, de zonsondergang, de bomen, het water.
De oneindige natuur.


Want er is zeker één ding dat wel eindigt: Dat is dat pad.
Pas wanneer het pad erop zit en je hem succesvol heb afgelegd kom je aan op de kruising. Soms is die verlicht, maar meestal niet.
Daar ga je dan… opnieuw op pad. Opnieuw leven en beleven tot de volgende kruising.

Want één ding is zeker: Elk pad eindigt ergens.
En daarom komt altijd alles goed.
Soms denken we dat we al bij het einde van het pad zijn.
Dat is de angst die onze hoop probeert af te nemen, maar dat is onzin.
Houd nog even vol. Maak je pad af en neem alles wat je ervan geleerd hebt mee naar je volgende pad.
Stukje bij beetje zal je meer vertrouwen.
Vertrouwen op jezelf en vertrouwen op je pad.

<<< Gestopt met roken

Schoolbezoek 10-14 Zwolle >>>

De volgende dag:

Geef een reactie

Scroll naar boven